Eef de Graaf (1939)
Opleiding: 1969 - 1973 Academie voor Beeldende Vorming;
specialisatie vrije grafiek, Amersfoort.
Als kunstenaar beschouw ik mijzelf tot de tweede generatie
constructivisten.
Een stroming in de beeldende kunst waarbij met beeldmiddelen
dusdanig wordt gecomponeerd, dat er een beeldvorming ontstaat van
grote eenvoud, zuiverheid en harmonie.
Harmonie betekent samenklank: een balans tussen gevoel en verstand.
Zoals de muziek de meest zuivere uitingsvorm is, d.w.z. de meest
absolute vorm van kunst; zo probeer ik deze harmonie te bereiken op
een visuele manier.
Ik gebruik daarvoor de onpersoonlijke middelen: lijnen, geometrische
vormen, zwart, wit en de primaire kleuren. Dit leidt tot een
abstracte beeldtaal, die het mogelijk maakt de meest "zuivere"
beelding weer te geven van het universele.
Recensies, exposities en vooral gesprekken met collega's bevestigen
mij in mijn mening, dat mijn werk kwaliteiten heeft, die de geest
ademen van het beste wat deze stroming in zich draagt. |
Vanaf 1974 ben ik consequent mijn eigen weg blijven zoeken, los
van allerlei populaire trends.
Kleine stappen in mijn ontwikkeling zijn duidelijk zichtbaar.
Vanuit een totale monochromie is er meer "kleur" gekomen. Het
platte vlak wordt monumentaler en ruimtelijker met als logische
stap soms een volledig ruimtelijke vorm.
De kijker zal een confrontatie met dit werk niet makkelijk uit
de weg kunnen gaan. Afhankelijk van zijn vormbewustzijn en de
moeite die hij wil doen om door te dringen in deze beeldtaal zal
hij positief of negatief oordelen.
|